Ik begeleidde een aantal jaren geleden een manager die het lastig had. De druk op resultaten was groot, medewerkers zorgden voor extra gedoe omdat systemen niet goed werkten en ze daar niet proactief mee omgingen. De manager werd er akelig van.
Ik zou een aantal gesprekken met hem hebben, zaken eens op een rijtje zetten en samen kijken naar hoe hij daar beter mee om zou kunnen gaan.
Zo gezegd zo gedaan.
Ik merkte op dat hij erg gefrustreerd was en met name één van zijn medewerkers bezorgde hem hoofdpijn. Hij had geen ruimte voor het leerproces van die man en het resultaat was dan ook dat hij al bezig was om een dossier aan te leggen om de man de deur uit te krijgen…
Ik vroeg door op wat daar allemaal speelde en ik kwam er achter dat de medewerker een andere leerstijl had dan de manager. Had meer tijd nodig om het nieuwe systeem eigen te maken en voelde zich er erg onzeker over. Doordat de manager erg op zijn huid zat, werd de druk alleen maar hoger en stapelden de fouten zich op. Tot grote ergernis van de manager natuurlijk…
In het gesprek met de manager vroeg ik hem of hij kinderen had. Hij keek me vragend aan en zei twijfelend ‘Ja, twee. Jongen van 10 en meisje van 8’.
‘Ok’, zei ik. ‘Weet je nog dat je zoon leerde fietsen?’ ‘Ja hoor zei hij, dat weet ik nog precies, het was een gedoe, duurde eeuwig voordat ie het alleen kon. Hij durfde gewoon niet’. ‘En wat deed jij dan?’ vroeg ik hem. ‘Hoe hielp je hem om het te leren?’ Hij dacht even na en zei toen: ‘Ik hielp hem gewoon, tot ie het kon, liep achter de fiets aan, moedigde hem aan, nam een week lang elke dag tijd om met hem te oefenen. Van die dingen’.
‘En lukte dat meteen, of moest ie een aantal keer vallen en opnieuw opstaan?’ Hij keek me steeds vragender aan… ‘Ja, het lukte natuurlijk niet meteen en hij is wel een paar keer gevallen, maar uiteindelijk had ie de slag te pakken’.
‘Toen het de eerste keer niet lukte, of de tweede keer, had je toen de neiging om een dossier aan te leggen? Had je de neiging om een gesprek met hem te hebben? Had je de neiging om hem buiten te zetten, of om hem op z’n kop te geven? Had je de neiging om elke dag aan hem te vragen: ‘En, lukt het nog steeds niet?’
‘Nee, natuurlijk niet!’ was zijn resolute antwoord. ‘Dat is mooi’ zei ik, ‘Maar waarom eigenlijk niet?’ Hij werd ongeduldig. ‘Omdat ik ook wel kan zien dat mijn zoon het moet leren, omdat ik weet hoe lastig het is om balans te houden, te zien waar je naartoe fietst, weten dat je het alleen moet doen en dat als je valt, dat het dan wel heel erg pijn doet’.
We kwamen ergens. ‘En waarom doe je dat dan wel met je medewerker? Waarom mag die niet leren, wat is eigenlijk het verschil?’
Ik zag hem worstelen met mijn vraag. Hij had even de neiging om zich te verdedigen en het bleef lang stil. Ineens gingen zijn ogen wijd open en hij keek me aan. ‘Jeetje, wat moet die man zich rot gevoeld hebben, ik zat hem alleen maar op zijn huid. Ik gaf hem geen millimeter om te leren… stel je voor… Eigenlijk is het precies hetzelfde. Kinderen opvoeden en managen. Alleen dacht ik steeds dat het iets anders was. Ik geloof dat ik wel weet wat ik te doen heb nu. Ik ga mijn medewerker helpen om te leren fietsen’. En hij schaterde het uit…
Wat heerlijk als alles wat we doen, met alles te maken heeft. Als er eigenlijk geen verschil is tussen de onderdelen van je leven. En dat het alleen maar gaat over ruimte geven en vragen wat iemand nodig heeft om beter te worden. Zodat ie zelf leert fietsen…